Noodsituatie

Wat is een noodsituatie?

 

Onder een noodsituatie in de context van anafylaxie wordt verstaan een potentiële levensbedreigende situatie waarbij niet direct hulp van een arts voorhanden is.

 

Dit kwalificeert het optreden van een ernstige allergische reactie of anafylaxie tot een noodsituatie. 

 

In de Nederlandse strafwet hebben twee artikelen hierop betrekking, namelijk art. 255 en 450 Wetboek van Strafrecht (WvS).

Art. 255 bepaalt dat gestraft wordt degene die opzettelijk iemand tot wiens onderhoud, verpleging of verzorging hij krachtens wet of overeenkomst verplicht is in een hulpeloze toestand brengt of laat.

 


Art. 450 WvS, dit artikel stelt strafbaar degene die, getuige van het ogenblikkelijke levensgevaar waarin een ander verkeert, nalaat deze die hulp te verlenen of te verschaffen die hij hem, zonder gevaar voor zichzelf of anderen redelijkerwijs te kunnen duchten, verlenen of verschaffen kan, indien de dood van de hulpbehoevende volgt.

 

Hieronder staat het antwoord van het ministerie van VWS over het handelen in een noodsituatie.

 

 

Bovenstaande burgerplicht is dus wettelijk vastgesteld. 
Deze verplichting heeft wel als voorwaarde dat de hulp geboden moet worden naar beste weten en kunnen. 
m.a.w. je moet je bekwaam voelen om bepaalde handelingen uit te voeren. 

Postbus 51 heeft het volgende uitgegeven: 

Mag ik, of iemand anders die geen arts is, medisch handelen in een noodsituatie?

Volgens het Burgerlijk Wetboek moet u in noodsituaties hulp verlenen ‘naar beste weten en kunnen’. Daar kunnen ook medische handelingen bij horen, als u de overtuiging heeft dat u niet snel genoeg de hulp van een arts of medisch deskundige kunt inroepen. Dat kan bijvoorbeeld als u iemand ziet stikken of als u getuige bent van een ongeluk. U moet dan doen wat u kunt om iemand te helpen.

 

Voorbehouden handelingen

Buiten noodsituaties mag u bepaalde handelingen niet zomaar uitvoeren. Deze handelingen worden ‘voorbehouden handelingen’ genoemd. Voorbeelden van voorbehouden handelingen zijn:

·             heelkundige en verloskundige handelingen;

·             puncties en injecties geven;

·             iemand defibrilleren;

·             kunstmatige fertilisatie.

 

Toestemming arts
Bovenstaande handelingen mag u alleen uitvoeren als u daarvoor geleerd heeft, of als u toestemming heeft van een arts. De arts moet ervan overtuigd zijn dat u de handeling kunt uitvoeren. 

 

LET OP: bovenstaande geldt in normale situaties (buiten noodsituaties), m.a.w. in een noodsituatie mag u alle noodzakelijke handelingen uitvoeren als u zich daartoe bekwaam voelt.

 

Medicijnen
Het geven van medicatie is geen voorbehouden handeling, tenzij de manier waarop dit gebeurt (injectie, infuus) een voorbehouden handeling is.
 
Als iemand in uw familie bijvoorbeeld regelmatig insuline moet hebben, dan kunt u dit onder voorwaarden zelf doen. U kunt ook de injecties door anderen laten geven, bijvoorbeeld door een leerkracht. Wel moet het duidelijk zijn dat deze voorbehouden medische handeling noodzakelijk is. Anders kunt u het beter aan een arts overlaten.
 
Zo handelt een gezinsverzorgende die op eigen initiatief via een injectie insuline toedient, onbevoegd en is daarom strafbaar. Maar een diabetespatiënt mag bij zichzelf insuline spuiten; ouders mogen een sonde inbrengen bij hun verstandelijk gehandicapte kind dat niet zelfstandig voedsel tot zich kan nemen. Familieleden mogen voorbehouden handelingen bij een patiënt uitvoeren.

Wel moeten ze daarbij zo zorgvuldig mogelijk handelen. Wie ernstige schade aan een ander veroorzaakt, is strafbaar. Ook als de handeling noodzakelijk is. 

 

 

Wetgeving
In de Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (wet BIG) is vastgelegd wie in de professionele beroepsmatige situatie welke geneeskundige handelingen mag uitvoeren. In de wet BIG staat vermeld dat in een noodsituatie de wet BIG niet geldig is.