Epinefrine in Ernstige Allergische Reacties: Het Europese Anafylaxie Register.
Grabenhenrich LB, Dölle S, Ruëff F, Renaudin JM, Scherer K, Pföhler
C, Treudler R, Koehli A, Mahler V, Spindler T, Lange L, Bilò MB, Papadopoulos NG, Hourihane JOB, Lang R, Fernández-Rivas M, Christoff
G, Cichocka-Jarosz E, Worm M.
SAMENVATTING
Achtergrond
De huidige richtlijnen bevelen intramusculaire
toediening van epinefrine aan als eerstelijnsmedicijn voor de spoedbehandeling van ernstige allergische reacties (anafylaxie), maar geen gerandomiseerde onderzoekonderbouwing ondersteunt deze
consensus.
Doelstelling
We wilden de behandelmethoden van anafylaxie
gedurende 10 jaar evalueren, met betrekking tot verschillende Europese regio's, alle allergeenbronnen en alle leeftijdsgroepen.
Methoden
Het Europese Anafylaxie Register volgt
uitlokkende stoffen, symptomen, spoedeisende hulp, diagnostische work-ups en lange termijn begeleiding voor anafylaxie-incidenten door middel van web gebaseerde gegevens-invoer door tertiaire
allergiespecialisten, met informatie van de respondent in noodgevallen, patiënt, tertiaire verwijzing en laboratorium / klinisch onderzoektestresultaten.
Resultaten
We analyseerden 10.184 anafylaxie-incidenten. In
totaal ontving 27,1% van de patiënten behandeld door een gezondheidsdeskundige epinefrine/ adrenaline en in totaal kreeg 10,5% een tweede dosis. Succesvolle toediening kwam minder vaak voor in
Duitstalige landen (minimum 19,6%) dan in Griekenland, Frankrijk en Spanje (maximaal 66,7%). In het afgelopen decennium was de toediening van epinefrine/ adrenaline door een gezondheidsdeskundige
bijna verdubbeld tot 30,6% in 2015-2017, waarvan de helft intramusculair werd toegediend.
Een totaal van 14,7% van de leken- of zelf-behandelde gevallen werd behandeld met een auto-injector. Van degenen zonder behandeling had 22,4% een hulpmiddel voor toediening.
Er is de afgelopen tien jaar geen verandering
opgetreden in de succesvolle toediening door respondenten van lekennoodgevallen. Van de geanalyseerde reactie en patiëntkarakteristieken, had alleen klinische ernst een aanzienlijke invloed op de
kans op het krijgen van epinefrine/ adrenaline, met 66,9% van de geslaagde toedieningen aan bijna-fatale (graad IV) reacties.
Conclusies
Ondanks duidelijke aanbevelingen wordt slechts
een klein deel van de anafylaxie-incidenten behandeld met epinefrine/ adrenaline.
We zagen een lichte toename van behandelde patiënten wanneer deze door professionals werden behandeld, maar stagnatie bij anafylaxie bij door leken of zelf behandelde patiënten.
De reactieomstandigheden, de professionele achtergrond van de respondent en kenmerken van de patiënt verklaarden niet welke reacties werden behandeld.
Bron: J Allergy Clin Immunol Pract. 2018 Mar 29.