PREVENTIE VAN ALLERGISCHE REACTIES

 

Op een andere pagina van deze website vindt u informatie over de preventie van allergie, hier wordt eerst het kader gegeven waar we over spreken. Preventie zoals op deze pagina bedoeld wordt is het voorkómen van het ontstaan van de allergische reactie.

Hoe kun je allergische reacties vermijden?

Wanneer de diagnose allergie met kans op anafylactische reactie is gesteld, is het eerst belangrijk om te weten waarop je anafylactische reageert. Dit MOET door de behandelend arts goed uitgezocht worden omdat er anders sociaal én medisch (zeker wanneer voedselallergie de oorzaak is) mogelijk onnodige beperkingen opgelegd worden. Deze beperkingen zijn voor de patiënt niet wenselijk en mogelijk zelfs schadelijk (zeker bij (heel) jonge kinderen), maar ook voor de omgeving is het beter om duidelijk te weten waarop iemand reageert, omdat er anders onredelijke eisen gesteld zouden kunnen worden en de beheersing in de zin van maatregelen nemen ter vermijding van het allergeen dat de reactie kan uitlokken onmogelijk geacht wordt.

Vermijden dat het allergeen in contact komt met de patiënt.

Eliminatiedieet
Bij een voedselallergie
dienen alle voedingsmiddelen die klachten geven moeten worden vermeden.

Belangrijk te weten is dat producten die in onbewerkte vorm niet verdragen kunnen worden, zoals groente en fruit, vaak wel in bewerkte vorm kunnen worden genuttigd, aangezien de betreffende allergenen niet bestand zijn tegen verhitting (thermolabiel). In dat geval is het dan ook voldoende om de rauwe producten te vermijden.

 

Ook is het van belang erop te letten dat slechts die voedingsmiddelen worden vermeden die daadwerkelijk klachten geven. Het is niet nuttig en nodig om groepseliminatie te doen, zoals bijvoorbeeld bij pinda-allergische patiënten is het meestal niet nodig om andere peulvruchten te vermijden, aangezien deze meestal geen klachten geven.
Dit ondanks het feit dat bij het allergologisch onderzoek soms wel positieve uitslagen op deze voedingsmiddelen worden gezien. 

Bij patiënten met kans op ernstige allergische reacties dient strikte eliminatie te worden gedaan. Dat houdt in dat ook kleine hoeveelheden (sporen) van het verdachte voedingsmiddel moeten worden vermeden. Aangezien sommige allergenen verborgen aanwezig kunnen zijn in bepaalde producten, dient een patiënt daar op gewezen te worden. Zo kunnen pindabestanddelen voorkomen in producten waarin men dat niet direct verwacht, zoals soepen, sauzen, koekjes, oosterse gerechten en waterijs.
Vaak wordt deze patiënten geadviseerd gebruik te maken van zgn. "vrije" merkartikelenlijsten, die worden uitgegeven door het Voedingscentrum (
www.voedingscentrum.nl ).

 

In de dagelijkse praktijk blijkt dat allergische reacties op voeding niet altijd te voorkomen zijn. Vaak is dit te wijten aan verborgen allergenen of onvoldoende inzicht in de problematiek.
In dit opzicht zijn verjaardag- en logeerpartijtjes bij kinderen berucht. Ook op vakantie in het buitenland treden nogal eens problemen op, o.a. door een andere wijze van etikettering van voedingsmiddelen.

Daarom is nodig aan patiënten met kans op meer ernstige reacties adviezen te geven over medicamenteuze interventie.
Bij elk dieetadvies (uiteraard gaan we er vanuit dat de patiënt doorverwezen is naar een diëtist(e) die kennis en ervaring heeft in en met voedselallergie) dient ervoor gewaakt te worden dat de voeding volwaardig is en of het voorgestelde dieet voor de betreffende persoon ook haalbaar is.
In het, gelukkig zeldzame, geval dat (tijdelijk) geen volwaardig dieet samengesteld kan worden dient suppletie van bijv. calcium en vitaminen plaats te vinden. 

Een allergische aandoening is een chronische immuunziekte en van een aantal is de oorzaak hiervan te "genezen".

De genezing bestaat uit de structurele, over lange tijd, blootstelling aan de stof waarop iemand reageert. Dit wordt desensibilisatie of immunotherapie genoemd. Deze genezing is niet een echte genezing in de zin dat de allergie voor die stof voor 100% verdwijnt maar zorgt er wel voor dat bij meer dan 95% van de personen een meer dan 95%-ige tolerantie wordt ontwikkeld voor die stof. Dit betekent dus dat er bij sommige personen niet een volledige tolerantie wordt ontwikkeld en dat er bij anderen er een terugval kan optreden naar de allergie.

Voor een aantal inhalatieallergenen (zoals boompollen en grassen) en voor insectengiffen (zoals wespengif ) kunt u in aanmerking komen voor een allergeen specifieke immunotherapie. Dit gebeurt altijd in overleg met de behandelend specialist.

 

Voor de overige allergenen inclusief voedsel is er op dit moment nog geen! genezing.

De huidige behandelopties zijn allergenenvermijding en symptoombestrijding.

 

In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de ontwikkeling en de evaluatie van preventieve maatregelen. De resultaten zijn niet eenduidig positief en er blijft nog ruimte voor overbodige saneringsmaatregelen. Dit laatste kan op zichzelf bijdragen aan een verzwaring van de ziektelast voor de patiënt.

De behandeling met medicijnen heeft in wisselende mate succes bij het op korte termijn verminderen van de klachten bij de patiënt, maar heeft vanuit een breder perspectief nog onvoldoende effect op het afbuigen de toename van deze aandoeningen.
Met belangstelling worden de resultaten verwacht van nieuwe medicijnen en farmacologische strategieën.

Een andere methode om allergische reactie te weren is een immunotherapie of ook wel desensibilisatiekuur genoemd. Allergeenspecifieke immunotherapie (of hyposensibilisatie) wordt al vele jaren gebruikt als behandeling voor atopische luchtwegaandoeningen. Je kunt hier meer over lezen op de pagina over immunotherapie lees verder over immunotherapie>>

 

Vermijden van allergenen
Voor de de beheersing van de meeste allergieën, m.a.w. er voor te zorgen dat je zo min mogelijk klachten krijgt door je allergie, geldt dat vermijding de enige therapie is. Voor een aantal allergenen is vermijden redelijk gemakkelijk te doen, maar voor sommige allergenen blijkt dat niet zo eenvoudig.

 

Als je allergisch bent voor insectengif en je komt niet in aanmerking voor immunotherapie voor het insect waar je allergisch voor bent, dan moet je vermijdingsstrategie gebaseerd zijn op het leren kennen van je "vijand". Zorg dat je weet hoe bijvoorbeeld de wesp leeft, wat hij eet, hoe hij zich gedraagt, en wat hij doet. Als je dit weet is het eenvoudiger om op die situaties in te spelen of omstandigheden te vermijden waar de wesp zich bevindt. Zorg er ook voor dat je een adrenaline auto-injector hebt voorgeschreven gekregen en draag deze altijd bij. Oefen regelmatig met een simulatiepen, zgn. "trainerpen"opdat je weet waar, hoe en wanneer je de "pen" moet toedienen.

 

Als je allergisch bent voor bepaalde medicijnen is de kans dat je zomaar per ongeluk blootgesteld wordt aan dat medicijn heel klein. Dit is ook de reden dat veel mensen, die toch kans hebben op een ernstige levensbedreigende reactie, géén adrenaline auto-injector krijgt voorgeschreven door de arts. Hij gaat er vanuit dat door goed te communiceren en goede kentekens (zoals een Witte Kruis penning of NAN Allergiepas) de blootstelling aan het medicijn vermeden kan worden en er dan ook geen redmiddel aanwezig hoeft te zijn. Maar als u als patiënt toch de behoefte hebt op een vangnet omdat u toch angstig bent dat u een ernstige allergische reactie zal krijgen, dan moet u dit doorspreken met uw behandelend arts en hem verzoeken om u toch maar een adrenaline auto-injector voor te schrijven.

 

Bij een allergie voor latex (natuurrubber) is er altijd kans op blootstelling aan het allergeen. Hoewel latexallergie beperkt voor komt en veelal bij bepaalde doelgroepen (gezondheidszorg, rubberindustrie, personen met spina bifida) is de kans op een ernstige allergische reactie altijd aanwezig. De vermijdingstrategie houdt in dat je je zelf goed laat informeren in welke producten latex verwerkt kan zijn. Denk hierbij aan handschoenen en materialen die gebruikt worden in het ziekenhuis of in de ambulance. ook in de horeca wordt tegenwoordig veel gebruik gemaakt van handschoenen om hygiënische redenen en zo kunnen gerechten besmet raken met rubbereiwitten waar op gereageerd kan worden. Voorbeelden van producten in de gezondheidzorg zijn:
Beademingapparatuur,, masker, slangen, katheters, drains, spuit/injecteer materiaal, rubberstop van flesjes, pleistermateriaal, hechtpleisters, elastische windsels, bloeddrukmetermanchetten en -slang, gebitsprothesen.
Andere gebruiksvoorwerpen zijn bijvoorbeeld: bijtring, fopspeen, flessenspenen, warmwater kruik, douchegordijn, squashbal, tennisbal, stressballetjes, gummi-elastiek, huishoudhandschoenen, plakband, postzegellijm, zelfklevende enveloppen, steunkousen, condooms, pessaria, ballonnen, luchtbed, rubberen matras, rubberen onderlegger, vlakgom, schoeisel, roskam, duiksportartikelen, stretchartikelen. Meer goede info over latexallergie is te vinden op de
website van Allergologen Maatschap Arnhem

 

Bij een allergie voor pollen (Hooikoorts), huisstofmijt of schimmels bestaat de mogelijkheid om voor een aantal allergenen een immunotherapie te volgen. U moet dan wel voldoen aan een aantal criteria om in aanmerking te komen voor deze immunotherapie. Blootstelling binnenshuis aan huisstofmijt en schimmels is te verminderen door in overleg met de arts een saneringsplan op te stellen en de blootstellingbronnen te verminderen. Te denken valt hierbij aan vloerbedekking die gemakkelijk nat te reinigen is, gordijnen van bepaald materiaal, synthetische dekbed en vulling van kussens, bankstel, kussentjes, etc. eigenlijk moeten afhankelijk van de last van de allergie alle materialen waar huisstofmijt zich gemakkelijk in kan nestelen en vermenigvuldigen verwijderd worden en vervangen door materialen die glad en gemakkelijk (nat) te reinigen zijn. Schimmels zijn te voorkomen door goed te ventileren en er voor te zorgen dat er geen structureel vochtige plekken ontstaan waardoor schimmels zich kunnen ontwikkelen.

Pollen zijn lastiger te vermijden. Deze zijn nog kleiner dan huisstofmijt en worden door de lucht verspreid. Afhankelijk van het bloeiseizoen van de boom of plant wordt je in meer of mindere mate blootgesteld aan pollen. Helaas zien we nu een trend dat door de klimatologische veranderingen de bloeiseizoenen zich verlengen en gaan overlappen. Hierdoor zien we dat de periode waarbij er voorheen er bijna geen pollen waren en mensen met pollenallergie (hooikoorts) enige tijd klachtenvrij waren, steeds korter wordt en zelfs aan het verdwijnen is en er het gehele jaar klachten optreden.
Hoewel de last van hooikoorts zeer groot kan zijn zal er bij blootstelling slechts zeer zelden en dan nog meestal onder bepaalde omstandigheden een ernstige (levensbedreigende) allergische reactie kunnen optreden. Het overgrote deel van de klachten zijn niet levensbedreigend en bij hooikoorts zal er geen adrenaline auto-injector behoeven worden voorgeschreven. Antihistamine medicatie is hier voldoende.

Vermijding van voedselallergische reacties kan eenvoudig zijn, maar meestal is het een continue en intensieve activiteit waarvan de impact niet moet worden onderschat.
De diagnose voedselallergie is veelomvattend en moet op een goede manier gesteld worden. Weten op welk voedsel je daadwerkelijk een reactie krijgt én, heel belangrijk is, onderscheid te maken in de ernst van de reactie tussen verschillende voedingsmiddelen.
Het advies "vermijden van het voedsel waar je allergisch voor bent" is een advies dat als eerste gegeven wordt, lijkt eenvoudig maar blijkt het in de praktijk niet te zijn. Eenvoudig is het wanneer je een allergie hebt voor een voedingsmiddel dat niet zo algemeen gebruikt wordt bijv. kiwi.

De vermijdingsstrategie bij niet voorverpakte producten bestaat dan altijd uit:

INFORMATIE & COMMUNICATIE

  • vragen of het betreffende voedsel er in zit
  • Vragen of bij de bereiding het niet in aanraking is geweest met hulpmiddelen (mes, pollepel, schaal, snijplank en dergelijke) waarmee voedsel is bereid waar het allergeen in zit. (de zogenaamde kruisbesmetting)
  • uitleggen waarom je dat vraagt
  • controleren of het er daadwerkelijk NIET in zit
  • en bij twijfel niet eten!

Bij voorverpakte producten geldt in principe hetzelfde, alleen kun je deze producten ook zelf controleren door de verpakking te lezen.

  • Altijd! etiket (ingrediënten) lezen. Een fabrikant is verplicht om alle ingrediënten te vermelden en van 14 stoffen waarvan bekend is dat ze allergische reacties kunnen uitlokken moet deze, als het qua receptuur er in zit, altijd vermeld worden! Weet wel dat fabrikanten de consument niet persoonlijk zullen inlichten als een product qua receptuur gewijzigd wordt. Hun manier is dan vaak door een een andere verpakking waarop iets staat in de trend van NIEUW! of VERNIEUWD! wees dan extra op je hoede en lees de ingrediëntenlijst secuur door. (Lees hier meer over)

  • Als iets niet duidelijk is over het product, neem dan contact op met de fabrikant en vraag het na, in eerste instantie, bij de klantenservice afdeling en als zij het antwoord niet weten laat u dan doorverbinden met de afdeling voedselveiligheid. Mocht je blijven twijfelen eet het product niet!
     
  • fabrikanten zetten ook vrijwillig niet wettelijk verplichte informatie op hun producten.
  • Dit zijn vermeldingen zoals "kan sporen van [allergeen] bevatten". Afhankelijk van het advies door de behandelend arts zal je producten met deze info ook moeten vermijden. 

 Heel belangrijk is dat je er over praat. Maak kenbaar dat het een serieuze zaak is, maar wel dat het beheersbaar is. Je doet het thuis ten slotte ook.


Zorg er voor dat iedereen die te maken heeft met of de zorg heeft over een voedselallergische persoon, die kans heeft op een ernstige allergische reactie, weet:

  • waarop deze persoon reageert; 
  • op welke wijze de reactie zich manifesteert; 
  • weet welke medicatie hij kan geven bij welke reactie en 
  • weet hoe een adrenaline auto-injector toe te dienen; 
  • weet dat er daarna direct 112 gebeld moet worden waarbij gevraagd wordt om een ambulance omdat het gaat om een anafylactische reactie of anafylaxis